Kun je ook zo genieten van die kleurrijke vlinders die vrolijk rondfladderen in je tuin? En vraag je je wel eens af welke soorten je voorbij ziet vliegen? In dit artikel onthullen we welke prachtige exemplaren je kunt verwachten in jouw eigen tuin. Lees over diverse soorten vlinders en ontdek hoe je ze kunt herkennen. Ontdek handige tips en trucs om je tuin om te toveren tot een een waar vlinderparadijs.

Vijf tot tien vlinders

In Nederland hebben we een indrukwekkend aantal vlindersoorten (maar liefst 58!), maar lang niet allemaal zullen we in onze eigen tuin aantreffen. Gemiddeld genieten we van vijf tot tien vlindersoorten in onze tuin. Vlinders voeden zich met de nectar van bloemen, een bron van suikers, eiwitten en vitamines. De levensduur van een vlinder varieert sterk per soort. Het oranjetipje heeft bijvoorbeeld een kort leven van ongeveer tien dagen. Koolwitjes zijn iets sterker en blijven ongeveer twee tot drie weken actief. Er zijn echter ook vlinders die enkele maanden oud kunnen worden, zoals de citroenvlinder, de kleine vos en de dagpauwoog.

Bekendste vlinders in Nederland

De bekendste vlinders in Nederland die je kunt spotten, zijn onder andere:

  • Kleine vos
    Deze roodbruine vlinder is al vroeg in het voorjaar te zien, omdat hij in Nederland overwintert.
  • Klein koolwitje
    Een veelvoorkomende vlinder in de zomer.
  • Oranjetipje
    Een opvallende vlinder, waarbij de mannetjes kleurrijk zijn en de vrouwtjes volledig wit.
  • Citroenvlinder
    Het mannetje van deze vlinder is zoals je zou verwachten, citroengeel.
  • Koninginnepages
    Een van de grootste vlinders in Nederland.
vlinders herkennen
Bekendste vlinders in Nederland

Vlinders herkennen

Benieuwd naar de prachtige vlinders die je in je eigen tuin kunt tegenkomen? We hebben hier tien bekende en veelvoorkomende tuinvlinders voor je op een rijtje gezet, zodat je ze meteen kunt herkennen wanneer ze vrolijk door je tuin fladderen. En als je ze graag wilt aantrekken, hoef je alleen maar de favoriete planten en bloemen van vlinders te plaatsen. Met een beetje geluk weten ze jouw tuin feilloos te vinden!

1. Kleine vos

De kleine vos is een prachtige vlindersoort die al vroeg in het voorjaar tevoorschijn komt na een winterslaap. Deze vlinder is wijdverspreid en komt in heel Nederland voor. De bovenkant van de vleugels heeft een warme roodbruine kleur met afwisselend zwarte en lichte vlekken langs de rand van de voorvleugel. De zijkant van de vleugels is donker, waardoor de vlinder tijdens de winterslaap nauwelijks zichtbaar is wanneer hij zijn vleugels ingeklapt heeft in een hoekje.

De rupsen van de kleine vos leven in groepjes en voeden zich uitsluitend met het blad van de grote brandnetel. Dit maakt de grote brandnetel een belangrijke plant om deze charmante vlinder aan te trekken.

kleine vos
De kleine vos houdt een winterslaap in Nederland en is daaromal vroeg in het jaar te spotten.

2. Klein koolwitje

In de zomer fladderen er vaak witte vlinders door je tuin. Wist je dat er maar liefst vier verschillende soorten koolwitjes zijn? Het meest voorkomende koolwitje in Nederland is het klein koolwitje. Naast het klein koolwitje leven ook het groot koolwitje, het klein geaderd witje en het scheefbloemwitje in ons land. Opvallend genoeg zegt de grootte van de vlinder niets over de soort, aangezien een klein koolwitje zelfs groter kan zijn dan een groot koolwitje. Een handig kenmerk om de verschillende koolwitjes te herkennen, is de hoeveelheid zwart op de vleugels. Het groot koolwitje heeft dikke zwarte vleugelranden, terwijl het klein koolwitje veel minder zwart op de vleugels heeft. Het klein geaderd witje onderscheidt zich door grijze strepen op de vleugeladers.

Tip: koolwitjes zijn geen fan zijn van de geur van salie en pepermunt. Wil je graag deze prachtige koolwitjes in je tuin verwelkomen? Vermijd dan deze kruiden.

Vlinders herkennen in eigen land tuin - koolwitje
Klein koolwitje op een distel.

3. Oranjetipje

Het oranjetipje ontleent zijn naam aan de opvallende oranje vleugeltippen. Alleen de mannetjes hebben deze oranje kenmerken, terwijl de vrouwtjes volledig wit zijn. Deze vlinders fladderen rond in april en mei, wat samenvalt met de periode van Koningsdag. Hoewel de vlinder slechts gedurende deze periode vliegt, brengt hij het grootste deel van zijn leven door als pop. De rupsen verpoppen zich aan het einde van juni en blijven meer dan negen maanden in hun popstadium voordat ze weer tevoorschijn komen in het volgende voorjaar.

De rupsen van het oranjetipje zijn behoorlijk selectief in hun voedselkeuze, aangezien ze vrijwel uitsluitend pinksterbloem en look-zonder-look eten. In de tuin kunnen ze ook knabbelen aan het blad van de judaspenning en damastbloem. Interessant genoeg vertonen deze rupsen geen vriendelijk gedrag jegens elkaar: wanneer ze elkaar tegenkomen, zal de grootste rups de kleinere opeten. Daarom zul je niet snel meer dan één rups per plant aantreffen.

oranjetipje
Het oranjetipje zie je rond Koningsdag in de tuin.

4. Citroenvlinder

De mannelijke citroenvlinder maakt zijn naam waar met zijn prachtige citroengele kleur, terwijl het vrouwtje wat minder opvalt met haar lichtgroene tot crèmekleurige vleugels. Deze vlinders zijn echte boodschappers van het voorjaar en beginnen vaak al rond te fladderen zodra de nachtvorst verdwenen is.

De rupsen van de citroenvlinder hebben een zeer specifieke smaak en voeden zich uitsluitend met het blad van sporkehout en wegedoorn. Het is dus de moeite waard om een van deze struiken in je tuin te planten als je deze prachtige vlinders wilt aantrekken.

Wist je dat citroenvlinders achteruit kunnen vliegen? Deze unieke vaardigheid wordt gebruikt tijdens de baltsvlucht, waarbij het mannetje en vrouwtje elkaar omcirkelen. Als beide vlinders bereid zijn om te paren, vliegen ze een stukje achteruit ter bevestiging.

citroenvlinder herkennen
De citroenvlinder kan achteruit vliegen, heb jij dat al ooit waargenomen?

5. Koninginnepage

De koninginnenpage is een indrukwekkende vlinder die je in Nederland kunt tegenkomen, met een imposante spanwijdte van 5 tot 7,5 cm. Voorheen kwam deze vlinder alleen voor in Zuid-Limburg, maar door de opwarming van het klimaat wordt hij steeds vaker in noordelijkere regio’s waargenomen.

De vleugels van de koninginnenpage zijn prachtig versierd met een opvallende zwart-gele tekening, en aan de achterkant van de onderste vleugels bevindt zich een sierlijk staartje. Deze kenmerken maken hem gemakkelijk te herkennen. De rupsen van de koninginnenpage voeden zich met planten zoals peen, pastinaak en venkel, die behoren tot de schermbloemigen. Ze hebben een prachtige kleur en tekening die zeker de aandacht trekken.

Als een mannetje een vrouwtje heeft gevonden, voeren ze een spectaculaire vlucht uit waarbij ze om elkaar heen dartelen voordat ze tussen de planten landen om te paren.

koninginnepage
Een koninginnenpage op duifkruid.

6. Atalanta

De Atalanta-vlinder is een opvallende verschijning die gemakkelijk te herkennen is. Met zijn zwarte kleur en twee rode banen op de vleugels, versierd met witte vlekken aan de bovenkant, is deze vlinder een echte blikvanger. In mei of juni arriveert de Atalanta als trekvlinder in Nederland, waar hij de voorkeur geeft aan onze vochtigere zomers in vergelijking met het droge Zuid-Europa, wat zorgt voor een overvloed aan voedselbronnen.

De Atalanta-vlinder voedt zich graag met nectar en is vaak te vinden op bloeiende bloemen in tuinen. Daarnaast geniet hij in het najaar van het sap van rottend fruit. Het vrouwtje legt haar eitjes uitsluitend op de grote brandnetel, waar de rupsen zich tegoed aan doen. Deze brandnetels bevinden zich voornamelijk in Zuid-Europa, waar de Atalanta in het najaar naartoe trekt om haar eitjes te leggen. In het voorjaar vliegt de nieuwe generatie vlinders weer terug naar Nederland.

atalanta herkennen
De vlinder atalanta herken je aan zwarte kleur en rode banen op zijn vleugels, plus de witte vlekken.

7. Distelvlinder

De distelvlinder is een imposante verschijning met zijn grote oranje vleugels en zwarte driehoekige vlekken aan de vleugelpunt. Zodra je deze kenmerken ziet, herken je meteen de distelvlinder. Het is een trekvlinder die jaarlijks vanuit Zuid-Europa en Noord-Afrika naar Nederland migreert om hier de zomer door te brengen. Tijdens hun verblijf leggen ze eitjes en komen er rupsen uit, die zich voeden met planten zoals de akkerdistel, gewone klis en grote brandnetel. Na enkele weken verpoppen de rupsen zich tot vlinders.

Opvallend is dat aan het einde van de zomer de nakomelingen van deze vlinders weer terug naar het zuiden migreren. De distelvlinder is goed bestand tegen hitte, in tegenstelling tot de meeste vlinders die juist de felle zon vermijden door te schuilen. Deze tuinvlinder blijft echter onvermoeibaar rondvliegen, zelfs tijdens warme dagen.

distelvlinder
Distelvlinder is een trekvlinder. Foto Vlinderstichting/Henk Bosma

8. Dagpauwoog

De dagpauwoog is een betoverende vlinder die bekend staat om zijn adembenemende tekening. De opvallende vier ogen op de bovenkant van de vleugels, die lijken op de ogen van zoogdieren, hebben een afschrikkende functie tegen vijanden. Het is een genot om deze vlinder te aanschouwen. Wist je dat ze op zonnige, koele lentedagen zelfs molshopen opzoeken om te zonnen? Deze plekken warmen sneller op dan de omringende vegetatie. Tijdens de wintermaanden vinden dagpauwogen hun toevlucht in schuren en andere beschutte locaties.

De dagpauwoog heeft de grote brandnetel als voedselplant voor zijn rupsen. Deze plant is essentieel voor hun voortbestaan. Als het gaat om het vinden van nectar, heeft de dagpauwoog een sterke voorkeur voor de vlinderstruik, maar je zult hem ook regelmatig tegenkomen op andere nectarrijke planten.

dagpauwoog herkennen
De dagpauwoog is een bekende verschijning in de tuin. Foto Vlinderstichting/ Kars Veling

9. Boomblauwtje

In Nederland zijn er talloze blauwtjes te vinden, maar als je een blauwe vlinder in je tuin spot, is de kans groot dat het een boomblauwtje is. Dit kleine vlindertje valt op door zijn felblauwe kleur. Het staat ook bekend als het zilverblauwtje vanwege de zilverwitte onderkant met kleine zwarte stipjes. Het boomblauwtje is werkelijk een prachtig schouwspel!

Het boomblauwtje is een veelzijdige vlinder en de rups is niet erg kieskeurig als het gaat om voedsel. Ze voeden zich met verschillende planten, waaronder klimop, hulst, sporkehout, kattenstaart en struikheide. Dit maakt het boomblauwtje een veelvoorkomende verschijning in tuinen met diverse plantensoorten.

boomblauwtje
Boomblauwtje met zijn prachtige blauwe kleur.

10. Icarusblauwtje

Als je een blauw vlindertje ziet fladderen met oranje vlekjes, is de kans groot dat je het betoverende icarusblauwtje hebt gespot. Op zonnige dagen zie je dit vlindertje vrolijk tussen kruidachtige planten en bloemen zweven, op zoek naar heerlijke nectar. Opmerkelijk genoeg slaapt het icarusblauwtje ‘s nachts hangend aan een plantje, ondersteboven. Het vrouwtje van het icarusblauwtje heeft een prachtige bruine bovenzijde met een blauwe gloed en oranje vlekjes, terwijl het mannetje een egaal blauwe bovenzijde heeft. Beide hebben een blauwe basiskleur met zwarte stippen die wit omrand zijn aan de onderzijde, samen met opvallende oranje vlekken. Van april tot en met oktober kun je deze vlinders bewonderen terwijl ze elegant door de lucht dartelen.

Het icarusblauwtje is dol op nectar en bezoekt graag verschillende plantensoorten, waaronder diverse klaversoorten, margriet, kattendoorn, jacobskruiskruid, akkerdistel, wilde marjolein, kruipend stalkruid en knoopkruid. Door deze planten in je tuin te hebben, kun je het icarusblauwtje aantrekken en genieten van zijn schoonheid.

icarusblauwtje
Egaal blauw én oranje stippen; daar herken je het icarusblauwtje aan.

Vlinders lokken naar je tuin of balkon

Vlinders in je tuin of op je balkon zeldzaam? Helaas ervaren vlinders in Nederland moeilijke tijden als gevolg van klimaatverandering. De droge en hete zomers zijn niet gunstig voor deze prachtige fladderaars. Bovendien wordt hun leefgebied steeds kleiner en ondervinden ze negatieve effecten door de bestrijding van andere insecten. Gelukkig kun jij een verschil maken. Om het ze naar de zin te maken, is het belangrijk dat je de juiste bloemen en planten aanplant of pot. Buitenleven geeft je tips om vlinders te lokken naar je tuin of balkon.

Doe mee aan de tuinvlindertelling van de Vlinderstichting en draag bij aan het behoud van vlinders in Nederland.

 

Vlinders in Nederland

Bij velen is het al langer bekend: vlinders doen het de laatste jaren slecht in ons land. Ze vinden nog weinig bloeiende bloemen om van te leven. In Nederland leven zo’n 58 verschillende soorten dagvlinders. Zij reageren echter snel op het milieu en de klimaatverandering. In de hete, droge zomer van 2018 waren in het zuiden van het land nauwelijks nog vlinders te vinden. In het noorden en noordwesten viel de hitte mee en werden nog wel veel diverse soorten gespot. Ook wordt de kans op uitsterven voor vlindersoorten steeds groter doordat hun leefgebied verdwijnt. En vlinders lijden onder de bestrijding van andere insecten. Gebruik om die reden nooit (bio)gif in je tuin. Dit doodt verschillende dieren in je tuin, waaronder bijen, lieveheersbeestjes en vlinders. Ook bij biologische middelen komt het er dus eigenlijk op neer dat alle rupsen ervan doodgaan.

vlinders naar je tuin lokken
Het groot geaderd witje zien we sinds 1975 helaas niet meer in Nederland.

Vlinders houden van warmte

Vlinders zie je niet als het kouder weer is (minder dan 20 °C). Dat komt doordat ze koudbloedig zijn en de warmte van de zon nodig hebben om te kunnen vliegen. Vandaar dus dat je op zonnige dagen vele soorten kunt tegenkomen en op koudere dagen geen enkel exemplaar ziet. Want bij kou, wind of regen zoeken ze een beschut plekje op en wachten op beter weer.

Voedsel voor vlinders

Vlinders leven hoofdzakelijk van nectar uit bloemen. Daarin zitten suikers, eiwitten en vitamines. Bloeiende bloemen en planten vormen dus het voedsel voor vlinders en zo kun je ze lokken. Sommige vlinders, zoals dagpauwoog of atalanta, eten ook andere dingen. Rottend fruit bijvoorbeeld, dat in september en oktober in boomgaarden is te vinden. Dat is slim van ze, want in deze periode zijn er nog weinig bloeiende bloemen te vinden. Maar ze lusten het altijd, dus wie weet lok je een mooi exemplaar naar je tuin als je rotte druiven, een pruim of appel neerlegt.

Rupsen

Ook de rupsen hebben zo hun voorkeur voor bepaald voedsel. Ze leven van wilde planten. Vlinders leggen hun eitjes op een plant naar keuze, die voor elke soort een andere is. Dit is een waardplant: de plant waar de rupsen uitkomen en van gaan eten. Erg bekend is natuurlijk de buxusmot die nagenoeg uitsluitend buxus eet. Wie graag een dagpauwoog, kleine vos, gehakkelde aurelia of atalanta spot, laat vooral brandnetels staan. De rupsen zijn namelijk afhankelijk van dit ‘onkruid’. Niet alle vlinders zijn kieskeurig. Zo legt het bruin zandoogje zijn eitjes op willekeurig welke soort gras; de rupsen lusten ze allemaal. En de naam zegt het al: koolwitjes houden van koolplanten.

vlinders naar je tuin lokken
De dagpauwoog houdt van nectar én van rottend fruit.

Planten voor vlinders (en bijen)

Je kunt een tuin vol bloemen hebben, maar toch geen enkele vlinder zien fladderen. Waarschijnlijk staan er dan te veel planten in je tuin waar vlinders niet van houden. Omdat er geen nectar in zit of omdat het geen waardplant is. Aan deze planten hebben vlinders nietshortensia, hosta, geranium (Pelargonium), tulpen, rozen en klaprozen. Met lang bloeiende, nectarrijke bloemen en voedselplanten trek je rupsen en vlinders (en ook bijen) aan. Met deze planten wordt vlinders lokken een makkie.

  • Aster (Aster)
  • Damastbloem (Hesperis matronalis)
  • Duizendblad (Achillea)
  • Hemelsleutel (Sedum sempervivum)
  • Herfstaster (Aster novi-belgii)
  • Hulst (Ilex)
  • IJzerhard (Verbena)
  • Judaspenning (Lunaria annua)
  • Klaver (Trifolium)
  • Klimop (Hedera)
  • Koninginnenkruid (Eupatorium)
  • Lavendel (Lavandula)
  • Marjolein (Origanum laevigatum)
  • Ooievaarsbek (Geranium)
  • Pinksterbloem (Cardamine pratensis)
  • Rode zonnehoed (Echinacea purpurea)
  • Sneeuwbal (Viburnum)
  • Struikveronica (Hebe)
  • Tandzaad (Bidens)
  • Venkel (Foeniculum)
  • Vlambloem (Phlox)
  • Vlinderstruik (Buddleja)
  • Wilde hyacint (Hyacinthoides non-scripta)
  • Winterheide (Erica carnea)
  • Zonnebloem (Helianthus annuus)

Klimop trekt vlinders in het najaar

In het najaar zien we nog maar weinig bloeiende planten om ons heen. De klimop is een uitzondering, die heeft zijn hoogtijdagen in de herfst en heeft juist dan nectar. Een perfecte snack voor vlinders om nog bij te tanken voordat ze in winterslaap gaan of de lange reis naar warmer oorden aangaan. Klimop heeft nog een voordeel: dit is de waardplant van het boomblauwtje. De rupsen eten namelijk klimop, hulst en heide.

Deze vlinders bezoeken je balkon

Woon je vier hoog en heb je slechts een klein balkon? Dat wil niet zeggen dat je geen vlinders kunt lokken. Een paar sterkere soorten vliegen tot 1 km hoog, zoals de kleine vos, dagpauwoog, distelvlinder of de atalanta (bron: de Vlinderstichting). Het is wel slim om de planten aan of op de rand van je balkon te hangen, zodat ze in de zon hangen en ook in het zicht/geur van vlinders, bijen en hommels. Lavendel, struikveronica en tandzaad zijn planten die je zeker eens moet proberen op je balkon.

vlinder bruin zandoogje
In juli en augustus tref je deze zonaanbidder, het bruin zandoogje.

Tips voor meer vlinders op je balkon of in je tuin

Als je nog niet zover bent om je gazon om te toveren in een bloemenweide voor de vlinders of je hebt simpelweg geen gazon, kun je ook voor andere opties gaan. Enkele tips om vlinders te lokken naar je tuin of balkon.

  • Plant in september bloemen in potten. Zo trek je juist dan nog vlinders aan. Denk bijvoorbeeld aan struikveronica, lavendel, aster of hemelsleutel.
  • Ook een kruidentuin in bak of volle grond is een goed idee. Kies een selectie kruiden uit de bovengenoemde lijst van favorieten en zorg voor een fijne, zonnige plek.
  • Zorg voor voldoende begroeiing in de zon, bijvoorbeeld klimplanten tegen een schutting of gevel. Hoe meer zonnige plekjes, hoe grote de kans op een vlinder.
  • Omdat insecten en dus ook vlinders overwinteren, is het beter niet te snel verdorde en uitgebloeide planten weg te halen. Doe dit pas als het voorjaar in volle gang is, zodat je zeker weet dat er geen vlinders of andere diertjes meer tussen zitten.
  • Wist je dat er ook vlinderhuisjes zijn? Deze vul je met wat verdorde blaadjes en hang je op een beschutte plek in de tuin of onder een afdak. Overwinterende vlinders vinden hier misschien een plek om de winter door te komen.

Nachtvlinders naar je tuin lokken

Dagvlinders kennen we, maar je kunt dit diertje ook helpen door nachtvlinders naar je tuin te lokken. Er zijn vele soorten, onderverdeeld in families als de spinneruilen, tandvlinders, wortelboorders of nachtpauwogen. Het zijn er te veel om op te noemen: zo’n 2400 soorten in Nederland alleen al. Het lokken van nachtvlinders kun je doen met zoetigheden, vooral in het voorjaar. Een eenvoudig mengsel van stroop en suiker aangelengd met een beetje bier, kan al resultaat opleveren. Plaats het mengsel niet in een bakje, maar smeer het op de bast van een boom of struik op een donkere, windstille plek. Dankzij de alcohol ruiken de vlinders van verre dat er wat lekkers te halen is (bron: Vlinderstichting). Tip: veel soorten nachtvlinders worden in de schemering van een warme dag actief. Met een zaklamp kun je kijken of je bezoekers hebt.

nachtpauwoog
Deze prachtige tauvlinder (aglia tau) valt onder de nachtpauwogen.

Deel dit bericht

Meer inspiratie

Lees elke maand nieuwe artikelen over tuinieren, planten en dieren

Maak een account* of wordt premium abonnee en geniet van nog meer Buitenleven
*Maak een account aan en krijg 3 premium artikelen gratis
3.6/5 - (20)