De oehoe is een van de grootste en misschien wel de meest spectaculaire uil ter wereld. En het bijzondere is: hij leeft sinds eind jaren ’90 ook in Nederland. Mocht je de uil tegenkomen, dan is hij met zijn feloranje ogen, lichaamslengte van zo’n 70 cm en spanwijdte van 1,70 m niet te missen.

Herintroductie in Nederland

Van origine leefde de Europese oehoe (Bubo bubo) niet in Nederland. In Duitsland werd er in het verleden veelvuldig op gejaagd, waardoor de vogel daar zo goed als verdwenen was; door zijn grootte en verschijning was de uil namelijk een gemakkelijke prooi voor jagers. Maar er volgde herintroductie. Dat werd zo’n succes dat de oehoes ook naar Nederland trokken. Inmiddels heeft de roofvogel tientallen territoria in ons land, waarvan de voormalige steengroeve in Winterswijk een van de bekendste is. Oehoes kunnen in het wild 20 jaar oud worden.

De feloranje ogen van een oehoe zijn adembenemend.

Leefgebied van de oehoe in Nederland

Oehoes houden van een landschap met hoogteverschil. Dat kunnen hellingbossen zijn, maar ook voormalige vuilnisbelten of een verlaten groeve, zoals die in Winterswijk. De natuur neemt het daar weer langzaam over. Boven op de uitgraving groeien bomen. Struiken grijpen zich met hun wortels vast aan de wanden en vormen ideale schuilplekken voor de oehoes. Staatsbosbeheer doet er alles aan om de uilen daar te beschermen, zo is de groeve bijvoorbeeld afgesloten voor publiek. Verstoring door mens is namelijk een bedreiging voor de enorme uilen. Een ander groot gevaar voor de beesten: rattengif.

De oehoe suist geruisloos door de bossen.
De oehoe is bruin en heeft lichtere veren op de borst, twee grote oorpluimen op zijn kop en feloranje ogen.
De oehoe is bruin en heeft lichtere veren op de borst, twee grote oorpluimen op zijn kop en feloranje ogen.

Wat eet een oehoe?

De oehoe eet voornamelijk duiven, ratten en kraaien. Maar ook konijnen en egels staan op het menu en als het zo uitkomt eens een hagedis, hamster of kikker. Oehoes jagen op praktisch alle vogels die trager zijn dan zij, waar ook andere uilensoorten onder vallen. De roofvogel krijgt het dus voor elkaar om – ondanks de stekels – het lijfje van een egel op te peuzelen. Jonge oehoes kunnen dat nog niet. Zij krijgen hun voedsel van hun ouders. Als oehoes een nest hebben, hoor je de kuikens ’s nachts voortdurend schreeuwen tot ze eten krijgen. Wat de jonkies krijgen verschilt per dag. De ene keer een rat, dan weer een konijn of een houtduif. De volwassen dieren moeten per dag ongeveer 375 gram vlees eten, dat komt neer op een duif of rat en enkele muizen per dag.

Uiteraard staan er ook muizen op het menu van de oehoe.

Broedplaats van de oehoe

Om te broeden hebben oehoes een voorkeur voor plekken die voldoende bescherming bieden tegen vijanden (hoofdzakelijk de mens) en de weersomstandigheden. Ze maken daarom vaak hun nest in een holte, nis of een rotswand of -richel, liefst hoog boven de grond. Zo woont er een populatie in steengroeven in de Belgische Ardennen. De paartijd van oehoes ligt in februari. Vervolgens legt het vrouwtje 1-3 eieren en broedt ze in ongeveer 34 dagen uit. De jongen doen er tien weken over om vliegvlug te worden.

Jonge oehoes zijn nog niet als zodanig herkenbaar. Het zijn grijze pluizenbollen met oranje ogen.

Oehoe als huisdier

Veel mensen vinden oehoes spannend. Ze zien bijvoorbeeld een oehoe op een roofvogelshow en denken: dat wil ik ook. Vervolgens ontdekken ze dat zo’n vogel elke dag een cavia moet eten en dan is de lol er snel vanaf. Veel uilen worden dan weer losgelaten in de natuur. Dat is een probleem. Tamme oehoes vertonen namelijk vreemd gedrag dat van nature niet bij de dieren hoort. Ze broeden bijvoorbeeld op de grond of vliegen op mensen af, omdat ze denken dat ze voer krijgen. Ze willen op je arm landen, omdat ze dat bij de valkenier ook deden. Als mensen dan schrikken en bukken, komt zo’n beest tegen je hoofd aan en dan heb je een flinke schram. Dat gebeurde ook bij de wereldberoemde ‘terroroehoe’ uit Purmerend.

3.4/5 - (9)